Wat zijn de EU-regels voor groene/hernieuwbare waterstof?
Wanneer is waterstof groen?
De Europese Commissie heeft in gedelegeerde verordeningen/ delegated acts vastgelegd wat de criteria zijn voor hernieuwbare waterstof (2023/1184 en 2023/1185). Op 10 juli 2023 zijn deze EU regels formeel in werking getreden. Dit is een aanvulling op de hernieuwbare energierichtlijn/Renewable Energy Directive III (RED III 2018/2001). In deze richtlijn zijn klimaatdoelstellingen vastgesteld, grafisch onder aan het artikel weergegeven. Zo is hierin opgenomen dat in 2030 42% van de waterstof die de industrie gebruikt afkomstig moet zijn van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong, oftewel groene waterstof.
Groene waterstof wordt door de EU ‘hernieuwbare waterstof’ en ‘hernieuwbare vloeibare en gasvormige transportbrandstof van niet-biologische oorsprong’ genoemd. Voor het verkrijgen van overheidssteun, het behalen van de klimaatdoelstellingen en garanties van oorsprong moeten aan deze voorwaarden worden voldaan.
De kern van deze verordening is dat de waterstof door middel van elektrolyse geproduceerd moet worden met hernieuwbare elektriciteit.
Deze hernieuwbare elektriciteit moet komen uit de volgende niet-fossiele bronnen: windenergie, zonne-energie, thermische zonne-energie, fotovoltaïsche energie en geothermische energie, omgevingsenergie, getijdenenergie, golfslagenergie en andere energie uit de oceanen en/of waterkracht.
De koppeling met de hernieuwbare elektriciteit mag op verschillende manieren:
- Koppeling via een directe lijn
De elektrolyser is via een directe lijn gekoppeld aan de hernieuwbare elektriciteit opwekinstallatie, zoals een windpark of zonnepark. Deze mag niet ouder zijn dan 3 jaar, gerekend vanaf het moment dat de waterstofinstallatie in bedrijf is. Deze installatie is niet aangesloten op het net, tenzij een slimme-metersysteem aanwezig is dat alle elektriciteitsstromen meet. Zodoende wordt aangetoond dat er geen elektriciteit van het net is afgenomen om hernieuwbare waterstof te produceren.
- Koppeling aan een electriciteitsnet met meer dan 90% hernieuwbare elektriciteit
De elektrolyser wordt aan het net gekoppeld wanneer meer dan 90% van de elektriciteitsmix van het jaar ervoor hernieuwbaar was in heel de biedzone. Dan wordt deze energie als hernieuwbaar gezien. De waterstofinstallatie kan in een jaar een gelijk percentage uren produceren als er hernieuwbare elektriciteit op het net is. Voorlopig is dit voor Nederland nog niet het geval.
- Koppeling aan een electriciteitsnet met lage CO2 uitstoot
Indien niet aan de vorige voorwaarde is voldaan, mag de elektriciteit van het net worden afgenomen mits in een biedzone (een land of een deel ervan) de emissie-intensiteit van elektriciteit lager is dan 18 gCO2eq/MJ en aan de volgende voorwaarden is voldaan (voor Nederland is dit nog niet het geval):
- er zijn Power Purchase Agreements afgesloten met de hernieuwbare elektriciteitsbron voor de hoeveelheid die verbruikt wordt;
- en wordt voldaan aan de voorwaarden van de tijdelijke en geografische correlatie (zie hieronder).
4. Voorkomen van curltailment hernieuwbare energie
De elektriciteit van het net wordt als hernieuwbare elektriciteit beschouwd, indien er tijdens periodes van onbalans hernieuwbare waterstof wordt opgewekt. Hiervoor is geval van Nederland bewijs nodig van Tennet dat:
- Er sprake is van verplicht curtailment van hernieuwbare stroom van opwekkinginstallaties.
- Met het opwekken van hernieuwbare waterstof gedurende deze periode, de noodzaak van curtailment 1-op-1 heeft verlaagd.
Als deze opties geen oplossing bieden, moet de hernieuwbare elektriciteit die gebruikt wordt voor de productie van groene waterstof voldoen aan de voorwaarden van additionaliteit, tijdelijke en geografische correlatie:
Additionaliteit
Na 1 januari 2028 gelden de volgende voorwaarden:
- De hernieuwbare elektriciteitsbron mag niet ouder zijn dan 3 jaar, gerekend vanaf het moment dat de waterstofinstallatie in bedrijf is.
- De hernieuwbare elektriciteit heeft geen investeringssteun of subsidies (SDE++) ontvangen met uitzonderingen als bijvoorbeeld steun die volledig wordt terugbetaald.
Voor deze voorwaarden geldt een uitzondering voor installaties die vóór 1 januari 2028 in bedrijf gaan tot 1 januari 2038.
Tijdelijke correlatie
Tot 2030 moet per maand de herkomst van hernieuwbare energie aangetoond worden. Dezelfde hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit moet in dezelfde maand opgewekt als verbruikt worden. Na 2030 moet dit per uur worden aangetoond.
Geografische correlatie
De hernieuwbare elektriciteit komt in het geval van een waterstoffabriek in Nederland uit dezelfde biedzone (Nederland), van de Noordzee of een aangelegen biedzone met een gelijke of duurdere prijs als waar de waterstofinstallatie zich bevindt.
Conclusie
Deze nieuwe regelgeving is van belang voor groene waterstof producenten, project ontwikkelaars en de industrie die zelf groene waterstof willen gaan produceren.